Reis wijzer


Lawrence Hoffman schreef dat veel reizigers bij alles wat ze zien en horen niet veel meer weten te zeggen dan ‘wow!’ Sommige bezoekers aan Israël willen misschien ook niet meer. Andere bezoekers willen dat wel, maar weten niet goed hoe ze de toerist in zichzelf moeten loslaten om de diepte in te gaan. Als jij zo iemand bent, willen we je graag helpen.

Daarvoor hebben we een boek geschreven: Ontdekkingen in Israël – reiswijzer voor protestantse pelgrims. Het is te verkrijgen bij het CIS (info@hetcis.nl), voor €14,50 (excl. verzendkosten). Het is een werkboek, met ruimte om zelf aantekeningen te maken.

Deze website hoort bij het boek. Hier geven we samenvattingen, foto’s, kaarten (m.b.v. Google Maps) en de links naar andere websites.

Reiswijzer

De naam Reiswijzer geeft het al aan: we willen je helpen om wijzer te worden van een bezoek aan Israël. ‘Wijzer worden’ betekent in dit geval niet alleen dat je het land Israël beter leert kennen, maar ook dat je nadenkt over de vraag wat een bezoek aan Israël met jou als persoon doet, wat jou raakt en wat jou uitdaagt. Voor algemene toeristische informatie heb je een gewone reisgids nodig.

In de Reiswijzer gaat het om het verhaal van Israël als land en volk met een bijzondere relatie tot God; het gaat ook om de relatie tussen Jodendom en christenen en het gaat ook om de vraag hoe dit alles jouw leven als gelovige raakt. Het boekje zoekt naar de geloofsdimensie – maar niet zweverig. Het zijn de concrete plaatsen, mensen en omstandigheden die ons uitdagen: wat betekenen die voor ons geloof en hoe reageren we erop?

De Reiswijzer is allereerst gericht op protestanten die Israël bezoeken. Kenmerkend voor die groep is dat zij geen doorsnee toeristen zijn, maar zichzelf ook niet direct zien als pelgrims. Protestanten komen niet naar Israël voor een bezoek aan de heilige plaatsen, op de manier waarop bijvoorbeeld katholieken dat doen, maar hopen wel degelijk de Bijbel beter te gaan begrijpen als ze het land leren kennen. Deze reiswijzer is een uitnodiging aan hen (en anderen) om Israël als pelgrim te verkennen. Wat is een pelgrim? Daar gaan we later nog op in. Laten we hier zeggen, dat een pelgrim iemand is die de weg naar binnen gaat, de weg die hem bij God brengt, bij zijn medemens en bij zichzelf.

Op de stenen kloppen

Okke Jager zette de twee – toerist en pelgrim – in een mooi beeld tegenover elkaar. De eerste heeft een fototoestel, de tweede een stok. Het land Israël, zei Jager, moet worden afgetast. Alleen wie op de stenen van het land klopt, zoals een blinde dat met zijn stok doet, die ontdekt hun verhaal. (zie hieronder een uitgebreid citaat)

Wie op de stenen klopt – om bij die beeldspraak te blijven – zal ontroerende, mooie en inspirerende verhalen ontdekken. De realiteit is echter dat er ook verhalen zijn van teleurstelling, pijn en angst. Het ‘Heilige Land’ is niet zo heilig als we misschien willen, en het is ook nog eens verwikkeld in een permanent conflict tussen Israëli’s en Palestijnen. Verhalen van geweld en onrecht roepen woede op en gevoelens van onmacht.

Wie geen genoegen neemt met een oppervlakkige kennismaking, maar zich openstelt voor de verhalen van Israël, zal vroeg of laat ook uitkomen bij zichzelf en bij zijn eigen geloof. De ontmoetingen met dit land zullen nieuwe inzichten opleveren, maar evenveel nieuwe vragen oproepen. Vragen over je geloof, over je relatie tot dit Israël en zijn diverse bewoners, vragen over vrede en gerechtigheid. Het zijn vragen waarop geen kant en klare antwoorden bestaan. Dat neemt niet weg dat ook deze vragen en verwarrende ervaringen ons in beweging brengen en ons kunnen helpen met andere ogen naar de werkelijkheid om ons heen en naar onszelf te kijken.


Okke Jager, Hier koos de Heer Zich vaste voet, p. 8

Terwijl ik in Israël vanachter een voor november en december diep-weg uit de kast gehaalde zonnebril mijn ogen uitkeek en mijn camera, ontdekte ik een blinde man die ook voor het eerst het Heilige Land bezocht. Hij sloeg met zijn stok op de rotsen, niet driftig als Mozes, maar met een eerbiedige vervoering: zijn hand beefde een beetje, en daarna zijn hoofd, alsof de trait d’union van een geringe trilling zich voortplantte van de versteende bodem naar zijn schedel. In een fractie van een seconde zag ik alleen maar die hand om die stok. Daarna wist ik pas goed waar ik was. Ik was er al een tijdje, maar nu was ik er heus: in Israël. De blinde man haalde diep adem: hij inhaleerde het Oude Testament. Toen nóg een keer, voor het Nieuwe.
Israël kan beter met een stok afgetast, dan met een fototoestel verslonden worden.
Terwijl de blinde reiziger verder stapvoets het land bekeek, stond ik, de zonnebril in mijn hand, een ogenblik met mijn ogen te knipperen in de zon van psalm negentien. Het drong plotseling tot mij door wat mij op deze reis het meest verbaasde: dat al die plaatsen uit zo’n ver verleden in zo’n klaarlichte, kleurige dag lagen. Ik had onbewust verwacht ze schemeriger aan te treffen, wat meer onder het stof, niet zo open en bloot.